Hulponderwerp

asociaal gedrag

Er is geen enkele definitie van asociaal gedrag. Veel situaties zijn hier te tellen, van lawaai tot vandalisme en vervolging. Algemeen wordt aangenomen dat asociaal gedrag een ongerechtvaardigde inmenging is in het recht van anderen om rustig thuis en weg te rusten. Asociaal gedrag is een ontoereikend functioneren in sociale rollen die worden gekenmerkt door agressieve vormen van niet-aanpassing met een overwicht van activiteit, agitatie, uitgesproken agressie en vijandigheid. Het is niet altijd zo eenvoudig als het lijkt om de grens te bepalen tussen wat acceptabel is en wat niet. Over het algemeen kan elk gedrag dat problemen en problemen veroorzaakt bij individuele gezinnen of hele gemeenschappen worden geclassificeerd als onaanvaardbaar gedrag of, in sommige gevallen, asociaal gedrag.

Symptomen

Symptomen van dergelijk gedrag zijn:

  • sterke inspanningen om anderen schade toe te brengen,
  • onbaatzuchtige wreedheid,
  • gebrek aan morele gevoeligheid,
  • geweld in interpersoonlijke relaties.

Asociaal gedrag omvat:

  • intimidatie door bedreigingen of geweld,
  • vervolging, ook op het ras,
  • verbaal geweld,
  • homofoob gedrag,
  • systematische intimidatie van kinderen,
  • vandalisme, graffiti en posters/stickers plakken,
  • drugshandel op straat,
  • het milieu bevuilen en voertuigen verlaten,
  • alcoholgebruik in hoeveelheden die verder gaan dan de sociale normen.

Om een gedrag als asociaal te kunnen omschrijven, moet het twee kenmerken hebben: het schrikt de samenleving af en wordt voortdurend herhaald.

Oorzaken

Tot op heden is het niet mogelijk geweest om duidelijk te bepalen welke factoren rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het optreden van asociaal gedrag bij mensen. Net als bij de pathogenese van verschillende andere psychiatrische aandoeningen, wordt ook gesuggereerd dat biologische en omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen bij het optreden van dit soort gedrag.

Wat de eerste betreft, wordt rekening gehouden met de genen die van onze ouders zijn geërfd. Het optreden van asociaal gedrag wordt echter het meest beïnvloed door omgevingsfactoren. Deze omvatten met name verschillende problemen die zich in de vroege stadia van ontwikkeling kunnen voordoen, onder andere:

  • opvoeden in emotionele koelte,
  • huiselijk geweld (zowel fysiek als psychisch geweld),
  • gebrek aan interesse van ouders,
  • het ervaren van onaangename verschijnselen in niet-huiselijke omgevingen (bijv. pesten door leeftijdsgenoten op school),
  • traumatische gebeurtenissen (bijv. verkrachting).

 Asociaal gedrag gaat gepaard met verschillende psychische stoornissen, namelijk:

  • persoonlijkheidsstoornissen (antisociale persoonlijkheid, dissociatieve persoonlijkheid),
  • asociaal gedrag,
  • psychopathie,
  • sociopathie,
  • sociale pathologie,
  • gedragsstoornissen.

behandeling

De belangrijkste rol wordt gespeeld door psychotherapie – in dit geval kunnen zeer verschillende stromingen worden gebruikt, omdat zowel cognitieve gedragstherapie als psychodynamische therapie, soms familietherapie ook nuttig kan zijn.

Eén aspect is echter de moeite waard om te benadrukken: psychotherapie voor asociaal gedrag duurt meestal lang. Tijdens de therapie hebben zowel de patiënt als de therapeut vaak te maken met veel problemen. Bij de patiënt is het in de eerste plaats meestal moeilijk om gemotiveerd te raken voor therapie. Vaak heeft hij de indruk dat hij echt niets met zichzelf te maken heeft. Bovendien kan het moeilijk zijn om een therapeutische relatie op te bouwen, omdat de patiënt ervan overtuigd kan zijn dat de therapeut helemaal niet om hem geeft. Het gebeurt ook dat hij een zeer vijandige houding heeft ten opzichte van de specialist, die moeilijk te breken is. Bovendien worden patiënten soms bepaalde medicijnen aanbevolen. Preparaten die soms in dergelijke situaties worden gebruikt, zijn voornamelijk antidepressiva, stemmingsstabilisatoren en antipsychotica.